Door Jan Venema
Het is een vrij kleine vereniging. Toch haalt Sjoelvereniging Ter Apel nu en dan de krant door hoog te scoren op hoog niveau. April dit jaar nog. Liefst twee teams haalden een plaats in de toptien tijdens het landelijk toernooi in Barneveld. De club kijkt tegen een mijlpaal aan. Op 18 december bestaat de vereniging veertig jaar.
Reden voor een feest? Dat zou je denken. Maar de club die ooit zestig namen in het lidmaatschapsbestand had, telt nu nog slechts zestien leden. Plus de zes leden van het G-team. ,,We denken aan een feestje,’’ zeggen penningmeester Fokke Jongbloed en secretaris annex voorzitter Herman Depenbrock tegelijk. Herman vervolgt: ,,Het is een moeilijke maand. We hebben natuurlijk Sinterklaas en de kerstdagen. Op 22 december hebben we groot toernooi. Alle sjoelvereniging in Nederland zijn welkom. Maar hoe groot de opkomst zal zijn, weten we nog niet. Misschien houden we in januari volgend jaar een jubileumfeest. We weten het nog niet.’’
Brand
De tragiek van het krimpende verenigingsleven treft ook de sjoelers in Ter Apel. Jonge aanwas is er niet. Mensen die in het verleden jeugdlid zouden zijn geworden, zijn nu gekluisterd aan hun mobiele telefoontjes of hun spelcomputer. Als de jeugd al sjoelt, doet die jeugd dat nu digitaal. Niet wetend hoe het ketsen van houten brikken tegen een houten sjoelbord klinkt, niet wetend welke sfeer ze missen bij een ouderwets potje sjoelen.
Het is eigenlijk onwerkelijk, niet te bevatten. Ooit was het een krachtige club. Sterk genoeg om tegenslagen te boven te komen. In 1990 ging het vorige clubgebouw in vlammen op. Jongbloed: ,,Alles was weg. De sjoelbakken. Maar ook de prijzenkast, alles wat de vereniging voor de brand gewonnen had. Alles was weg. Alleen het bord met de tekst ‘Sjoelvereniging Ter Apel’, dat boven de deur hing was nog over.’’
Sjoelzaal
Het bord is er nog steeds. Het hangt nu boven de toegangsdeur van de sjoelzaal. Sjoelzaal? Ja, een sjoelzaal. Waarschijnlijk de enige in Nederland. Waar andere sjoelclubs te gast zijn in buurthuizen of verenigingsgebouwen – en na iedere sjoelavond de sjoelbakken rechtop in een magazijn moeten worden gezet – heeft Sjoelvereniging Ter Apel een eigen gebouw. Een gebouw in bezit. Jongbloed: ,,Ja, we betalen gewoon gas, elektriciteit, de verzekering en onroerendezaakbelasting. Ik geloof dat we in Nederland de enige sjoelvereniging zijn, die zelf eigenaar van het clubgebouw is.’’
Dat zie je als je binnenstapt. Er staan twintig tafels met even zoveel sjoelbakken erop. Goed onderhouden spul. Een nette, goed onderhouden keuken. Maar heel ironisch: er zijn meer sjoelbakken dan er leden zijn. De lust naar het spel is voelbaar in de voormalige kleuterschool Hummelstee. Het is een gezellige tent. Maar de tent mist leden.
Hele wereld
Waarom? Omdat sjoelen een oubollige sport zou zijn? Een oud-Nederlands hobby, die weer wordt aangewakkerd tegen de tijd dat Sinterklaas weer in het land komt? Dat is dus dikke onzin. Depenbrock: ,,Er wordt gesjoeld in België, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Koreanen zijn gek op sjoelen. Er zijn sjoelverenigingen in de Verenigde Staten van Amerika. Er zijn sjoeltoernooien in Tsjechie en Zweden.’’ De hele wereld sjoelt.
Een willekeurige sjoelavond in Ter Apel, in het clubgebouw. Na de wedstrijd wordt nog een drankje gebruikt. Iemand heeft worst meegenomen, in stukjes gesneden en een bordje gelegd. Er staat een kommetje chips naast. Na de wedstrijd is er nog een recreatief uurtje, waarbij ook nog eens een potje wordt gesjoeld. Elders kom je dat niet meer tegen. Als de sjoelers uit Ter Apel ergens te gast zijn, is dat meestal in een voor de duur van de wedstrijd gehuurd verenigingsgebouw of dorpshuiszaaltje, dat meteen na gebruik moet worden opgeruimd. Een gezellig borreltje erna zit er meestal niet in. Maar wel bij Sjoelvereniging Ter Apel.