‘Ziektes, schimmels en plaagdieren belagen vele inheemse
boomsoorten’
door Jan Johan ten Have
WEDDE – Zo’n 25 jaar geleden kenden we alleen de iepziekte als enige veelvuldig
voorkomende dodelijke ziekte onder inheemse bomen. De Hollandse iep is door deze
ziekte gedecimeerd. En dan was er nog de watermerkziekte, waardoor wilgen wel eens
een tak kwijtraakten. Veel meer bomenziektes kenden we in Nederland niet. Hoe
anders is de situatie nu. Het kappen van grote bomen is aan de orde van de dag.
“Ziektes, schimmels en plaagdieren belagen vele inheemse boomsoorten”, vertelt
bomendokter Rinck Zevenberg uit Wedde.
Het zorgwekkendst is de situatie voor de es, zo vertelt Zevenberg: “Ik verwacht dat over tien
jaar nog maar een paar procent van de huidige essen overeind staat. De oorzaak: het vals
essenvlieskelkje, een schimmel in de bladsteel. De ziekte is niet te genezen en dodelijk voor de
boom. Lichtpuntje is dat er resistente ondersoorten lijken te bestaan, dat geeft nog enige hoop
voor de es.” Op diverse plaatsen in Westerwolde zijn de essen inmiddels gekapt, onder meer
aan de weg tussen Onstwedde en Mussel, in Ter Wupping en langs de Ruiten A bij Sellingen. In
Vlagtwedde heeft Zevenberg een paar essen gekandelaberd. Dat houdt in dat hij alle
gesteltakken weghaalde en alleen de stam liet staan. Hij is voorzichtig hoopvol over het
resultaat: “We proberen op deze manier de ongeveer zeventig jaar oude bomen te redden. De
bomen zien er weer gezond uit, maar of dit de ziekte definitief heeft bestreden, moet nog
blijken.”
Ook de kastanje heeft het te verduren. Bomen die worden getroffen door de
kastanjebloederziekte zijn in principe ten dode opgeschreven. Gaat het om individuele,
beeldbepalende bomen, dan is de ziekte te bestrijden met warmtedekens en knoflookextract,
maar voor grotere aantallen is deze behandeling te kostbaar. Voor eiken komt de bedreiging
uit geheel andere hoek: de boom is slachtoffer van de eikenprocessierups – ook voor mensen
een plaag – die vanuit het zuiden oprukt, mogelijk door klimaatverandering. Bestrijding is wel
mogelijk door de rupsen met zuigers uit de bomen te zuigen. En dan zijn er nog de platanen
die worden getroffen door platanenbladerziekte. Ook in dit geval zit er niks anders op dan
zieke bomen te ruimen.
J. Buiskoolweg
Onlangs trok de Partij voor de Dieren in de gemeente Westerwolde aan de bel over de
voorgenomen kap van 160 esdoorns die deel uitmaken van de monumentale beplanting van
de J. Buiskoolweg in Vriescheloo. De partij twijfelt aan nut en noodzaak, maar Zevenberg
denkt dat die er wel degelijk zijn: “Esdoorns die onder deze omstandigheden – in de open
ruimte – groeien, hebben een levensverwachting van tachtig tot honderd jaar. Dat betekent
dat de betreffende bomen zich in hun laatste levensfase bevinden, waardoor takken of zelfs
hele bomen voor gevaarlijke verkeerssituaties kunnen zorgen. De beplanting aan de
Buiskoolweg is heel divers. Dan kan het goed zijn om een wezenlijk deel van de oude bomen
te vervangen door jonge aanplant om de bomenstand op lange termijn gezond te houden.”
Esdoorns herbergen trouwens nog een heel ander gevaar in zich: veel bomen zijn besmet met
een schimmel die de bladeren en scheuten levensgevaarlijk maakt voor paarden. Dieren die
hiervan hebben gegeten, zijn ten dode opgeschreven.
Wat de J. Buiskoolweg monumentaal maakt, ziet Zevenberg tot zijn genoegen langs steeds
meer wegen: geen monocultuur meer van lange rijen linden, eiken of platanen, maar een
afwisselende variatie aan boomsoorten: “Hiermee kun je ziektes door besmetting
voorkomen.”
Het zijn niet alleen ziektes die bomen treffen, ook schimmels en paddestoelen kunnen een
bedreiging vormen: “Neem de honingzwam. Deze zwam is in staat om complete percelen bos
te vellen en bestrijding is nauwelijks mogelijk.”
Zwavelgebrek
Zevenbergs verhaal klinkt weinig hoopvol. Maar hij denkt allerminst dat er in Westerwolde
over 25 jaar geen boom meer overeind staat: “Veel inheemse soorten zijn kwetsbaar, al doen
onder meer de lijsterbes en de tamme kastanje het nog heel goed. En het kan best zo zijn dat
allerlei ondersoorten van kwetsbare bomen resistent blijken tegen de genoemde
bedreigingen. Ook is het mogelijk om te kijken naar meer uitheemse soorten, hoewel die wel
weer onbekende gevaren met zich mee kunnen brengen, je weet nooit wat bomen doen onder
de Nederlandse klimatologische omstandigheden. Al meer dan 25 jaar geleden hield ik me
bezig met onderzoek naar de gevolgen van zure regen. Om de natuur te beschermen hebben
we het zwavel uit onze brandstoffen verwijderd. En nou wijst onderzoek uit dat juist
zwavelgebrek zeer waarschijnlijk oorzaak is van het toenemende aantal bomenziektes. En zo
blijken oorzaken en gevolgen in de natuur altijd weer verrassend.”