Jan Hidding uit Bellingwolde stopt na meer dan een halve eeuw als campagnechauffeur

Home » Archief » Jan Hidding uit Bellingwolde stopt na meer dan een halve eeuw als campagnechauffeur

Aardappelcampagne verliest een ‘monument’

door Jan Johan ten Have

BELLINGWOLDE – Meer dan een halve eeuw werkte hij als chauffeur in de aardappelcampagne. Maar nu is het genoeg geweest voor de inmiddels 73-jarige Jan Hidding uit Bellingwolde. Afgelopen oudejaarsdag sloeg hij aan het eind van de middag voor de laatste keer de deur van de Scania achter zich dicht. Het pensioen mag dan verdiend zijn, er vloeiden wel tranen. Want hij hield met hart en ziel van dat werk.

In de 51 jaar die hij achter het stuur zat, was hij nooit een dag ziek. Niet één. En was hij eens niet helemaal fit, dan verscheen hij toch op zijn werk. Hij deed het met groot plezier: “Alle aardappelboeren in een grote regio kenden mij. Ik kwam er graag.” En Hidding kent ze bij naam, in Westerwolde, Oldambt en grote delen van het Emsland en Drenthe. Hij neemt een slokje van zijn koffie – liefdevol geserveerd door echtgenote Dina, met een plakje cake erbij – en mijmert over de jaren die vervlogen.

Hij is geen chauffeur van huis uit, als kind liep hij de garagedeur plat bij de buren en het was dan ook geen wonder dat hij automonteur werd. Eerst bij Heikens in Onstwedde en vervolgens bij Doornbos en De Venne in Winschoten. Bij die laatste moest hij ook pompdiensten draaien: tankende klanten van brandstof voorzien. “Op die dagen moest je continu bij je werk weg, dat vond ik vreselijk.” Hij was inmiddels getrouwd en woonde in Bellingwolde toen Transportbedrijf Bahlmann in zijn woonplaats een chauffeur zocht. Hij reageerde te laat maar slechts een paar dagen later stond Bahlmann op de stoep: Hidding mocht er wel als monteur komen werken.

Laadvermogen 150 mud

Hij ging aan de slag bij het bedrijf met drie zandauto en wat shovels. Voor 117 gulden had hij ook zijn rijbewijs en groot rijbewijs inmiddels gehaald en dus vroeg zijn baas hem in 1969 of hij de aardappelcampagne wilde gaan rijden. Hij begon er op een REO met DAF-cabine, met een laadvermogen van 150 mud. Vanuit de regio van Oostwold en Beerta tot Over den Dijk en Harpel bracht hij de fabrieksaardappelen naar Avebe in Ter Apelkanaal, destijds één van de ongeveer tien aardappelzetmeelfabrieken in de regio. “De fabriek was net gemoderniseerd. Werden de aardappelen er tot voor kort nog in een praam gekiept, die de fabriek in voer, toen ik begon had Ter Apelkanaal net sleufsilo’s gekregen.”

Eerst trucks met oplegger

Maar liefst 38 jaar reed hij voor Bahlmann, waarvan 27 jaar met name vanaf het Hebrecht en Rhederveld. En buiten campagnetijd werkte hij er in de garage aan onderhoud of reed hij op de zandauto. De REO was inmiddels vervangen door een aanzienlijk grotere Henschel, die maar liefst 250 mud kon vervoeren, zo’n 17,5 ton. Met een topsnelheid van 72 kilometer per uur was het bepaald geen racewagen. Avebe wilde echter nog groter en dus staken Bahlmann en Groenewold uit Stadskanaal de koppen bij elkaar. Beide bedrijven kochten bij Etam in Rotterdam een oplegger. “Een truck met oplegger, daarmee hadden we de primeur bij Avebe, dat was in die tijd nog echt iets bijzonders. In onze werkplaats in Bellingwolde maakten we de vrachtauto’s geschikt om hiermee te rijden.

Na 27 jaar Hebrecht en Rhederveld verschoof het werkgebied toen Bahlmann door Avebe werd gevraagd om – samen met Groenewold en Rademaker uit Emmercompascum – te gaan rijden op het Duitse grensgebied. Want steeds meer boeren uit de regio Rhede en Asschendorf tot Hasselbrock en later Rütenbrock gingen aardappels verbouwen voor de Nederlandse verwerker.

Oproepkracht

Na 17 jaar in dit werk ging Hidding op zijn 60e met prepensioen. Wel bleef hij op oproepbasis beschikbaar voor Bahlmann en daarvan maakte de transportondernemer regelmatig gebruik. Avebe koos in de loop der jaren voor schaalvergroting waardoor steeds meer kleine transportbedrijven uit de campagne verdwenen. Zo ook Bahlmann. Wigchers in Schoonoord nam de auto en het werk over: “Bahlmann vroeg mij om de auto daarheen te rijden toen die was verkocht. Bij aankomst in Schoonoord, zei directeur Laurens Wigchers ‘koffie Jan, wij moeten even praten’. Ik heb vervolgens nog drie jaar voor hem als oproepkracht gereden. Toen ook Wigchers uit de campagne ging, vroeg H.H. van der Velde – naast Beens de enig overgebleven contractpartij van Avebe Ter Apelkanaal – mij. Daar heb ik de afgelopen 7 jaar gereden op diverse kranen in Duitsland, Groningen en Drenthe. En ook nog weer op de zandauto.”

Modelbouw stoommachines

De afgelopen tijd begonnen de jaren steeds merkbaarder te tellen, voor zowel Hidding als zijn Dina. Dan moet er op een gegeven moment een streep onder het werk. Maar dat ging zeker niet van harte. Het was een emotioneel afscheid. Wel heeft hij nu alle tijd voor zijn andere grote liefde: modelbouw van stoommachines. Replica’s van bestaande stoomtractoren, -locomotieven en machines bouwt hij zelf, onderdeeltje voor onderdeeltje. Zoals een stoomlocomotief van de Deutsche Bundesbahn op schaal, waaraan hij in zijn schuurtje maar liefst zes jaar werkte. Al zijn stoommachines lopen als een zonnetje. En daarnaast is hij van plan om wat vaker op de fiets te stappen met Dina, lekker naar buiten. Maar diep, heel diep in zijn hart zou hij het liefst morgenochtend gewoon weer op de Scania stappen om met die grote bak aardappelen naar Ter Apelkanaal te tuffen.

Reacties zijn gesloten.