Het best bewaarde geheim van Nederland

Home » Archief » Het best bewaarde geheim van Nederland

Het essenlandschap in Westerwolde met als voorbeeld de Westeresch bij Veele

Noord-Nederland beschikt over een grote diversiteit aan landschappen. De meest bekende is wellicht wel het esdorpenlandschap met de bijzondere open akkercomplexen: de essen (gemeenschappelijke akkers). De essen in Westerwolde worden ook wel het best bewaarde geheim van Nederland genoemd. De kleine oppervlakte van Westerwolde en haar ligging (‘een uithoek’) maken deze streek een ‘ondergeschoven kind’ wat betreft landschapsonderzoek. Toch verdienen de essen in Westerwolde meer aandacht.

door Sandra de Regt

De bewoning van Westerwolde is altijd op het beekdal gericht geweest. De Westerwoldse beekdalen vormden als het ware de spil van het oude bewoningspatroon. Toen in de streek uitgestrekte veengebieden ontstonden, bleef Westerwolde nog lang bewoond. Maar de streek raakte wel geïsoleerd. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat de streek pas in de Midden IJzertijd (500 v. Chr.) werd verlaten. Vanaf de Middeleeuwen is Westerwolde opnieuw gekoloniseerd. In het beekdal heeft zich vanaf die tijd een kleinschalig en besloten esdopenlandschap ontwikkeld.

Het Westerwoldse esdorplandschap bestaat uit een langgerekte zone langs de Ruiten A. De essen in Westerwolde liggen in de vorm van een halve maan vanaf Wedde en Onstwedde tot aan Ter Apel en volgen het beekdal. Het zijn er in totaal 66. De essen concentreren zich rondom een viertal dorpen (Wedde, Onstwedde, Vlagtwedde en Sellingen) en ongeveer vijftien esgehuchten.

Ligging van de essen in Westerwolde. Bron: Naaijer, H. De essen van Westerwolde.

Agrarisch cultuurlandschap bij uitstek

Het esdorpenlandschap als onderscheidend landschap bevat een aantal terugkerende elementen: het esdorp (ook wel brinkdorp genoemd), de es, het beekdal en de velden, bossen en heide. Het esdorplandschap is een agrarisch cultuurlandschap bij uitstek. Elk onderdeel van het landschap komt voort uit het agrarische gebruik ervan en is gerelateerd aan het functioneren van de lokale agrarische gemeenschap.

Esdorpenlandschappen ontwikkelden zich gestaag. Boeren vestigden zich oorspronkelijk langs een brink. Hier kwamen in de ochtend en avond de koeien en schapen van een gemeenschap bijeen. Door een groeiend aantal inwoners kwam een brink later meestal in het centrum van een dorp te liggen. De markten die hier plaatsvonden, weerspiegelen de centrale functie die een brink kreeg. In de nabijheid van een dorp werden gemeenschappelijke akkers aangelegd (de essen).

De Westeresch

De Westeresch van Veele ligt precies tussen de esdorpen Onstwedde, Vlagtwedde en Wedde. Ten zuiden ligt het esgehucht Ter Wupping en ten noorden Wessinghuizen en de Höfte. Ten oosten bevindt zich Veele. Omdat de Westeresch ten westen van Veele ligt, heeft deze es officieel deze naam. In 1832 waren de percelen van de Westeresch in eigendom van 21 eigenaren. Naast de diaconie en de gemeente Vlagtwedde, bestonden de eigenaren uit een arbeider en achttien landbouwers of erfgenamen van landbouwers.

De Westeresch is 33 hectare groot en is bereikbaar vanuit het naastgelegen dorp Veele. Men kwam de es binnen vanaf de zuidoostelijke zijde via een brug over de Ruiten Aa. Vergeleken met de rest van de essen in Westerwolde kunnen we de es scharen onder de middelgrote essen. De es is in bijna tweehonderd jaar tijd niet of nauwelijks veranderd in omvang. De veranderingen tussen 1832 en 1933 zijn minimaal. Enkel ten zuiden van de es is in tussentijd een nieuw stuk landbouwgrond ontgonnen.

Men kwam de es binnen vanaf de zuidoostelijke zijde via een brug over de Ruiten Aa. Huidige toegangsbrug naar de Westeresch. Foto: Sandra de Regt

Zoals de meeste essen heeft ook de Westeresch randbeplanting om het vee buiten de es te houden. Aan de westzijde is de es begrensd met het naastgelegen beekdal door beplanting. Hier lagen vroeger de weide- en hooilanden. Aan de oostzijde was en is de es niet begrensd met beplanting, omdat hier de doorgaande weg lag.

Bemesting en vruchtbaarheid

De essen lagen vaak hoger dan het dorp. Dit is goed waar te nemen in ‘de Baarg’, een hoger gelegen akker op de Westeresch. De van nature aanwezige hoogte van dekzand werd aangezet door eeuwenlange plaggenbemesting. Bij deze wijze van bemesting worden heideplaggen als onderlaag in veestallen gebruikt. Het vee dat ’s nachts op stal stond, vermengde op natuurlijke wijze de plaggenlaag met mest. Dit mengsel van heide, zand en mest werd gebruikt om de espercelen te bemesten.

Op de essen werd in de meeste gevallen rogge verbouwd. Gezien de hogere ligging van de essen, was de grond over het algemeen droger dan de veen- en kleigebieden. In de eerste helft van de twintigste eeuw was rogge, met 200.000 hectare, het meest verbouwde akkergewas in Nederland. Ook op de Westeresch werd rogge verbouwd. In de loop van de jaren ’20 en ’30 zien we een verschuiving naar een klein perceel met verbouwing van aardappelen, haver of gerst voor eigen gebruik.

Intacte steilrand aan de zuidkant van de es. Foto: Sandra de Regt

Vogelakkers

Tegenwoordig zien we op de es nog steeds traditionele gewassen. Daarnaast is bijna de gehele oostelijke kant van de Westeresch ingericht als vogelakker. Akkers en akkerranden worden met speciale eiwitgewassen, granen en kruiden in stroken ingezaaid. Op deze manier dienen de akkers in de zomer en winter als gebied waar akkervogels (zoals de veldleeuwerik, de gele kwikstaart en de graspieper) regelmatig terugkeren om zich te voeden. Naast het aantrekken van vogels, zijn deze maatregelen ook gunstig voor het aantrekken van vlinders, muizen en roofvogels. Door de toename van natuurlijke vijanden van plaagorganismen op het gewas, is het gebruik van bestrijdingsmiddelen op de productieakker fors minder dan op andere akkers.

Archeologische waarde

Westerwolde staat bij archeologen hoog aangeschreven. Het gebied heeft vooral tijdens de grote ontginningen in de eerste helft van de twintigste eeuw veel informatie prijsgegeven over  prehistorische bewoners. Vondstmeldingen uit het Neolithicum, de Bronstijd en de IJzertijd kwamen uit alle hoeken van Westerwolde. De essen ontliepen destijds de ontginningen. Omdat ze niet ontgonnen of geëgaliseerd werden, zijn het nog tot op heden de plekken met een hoge archeologische waarde. Dit geld ook voor de beekdalen, die juist ongemoeid werden gelaten door hun geringe economische waarde. Met grote regelmaat wordt er prehistorisch nederzettingsafval in de vorm van bewerkt vuursteen, aardewerk en houtskool gevonden.

In de Prehistorie waren ook de oeverlanden van de beekjes populair. Stenen en bronzen bijlen, klopstenen, vuurstenen sikkels, potten van aardewerk en andere gebruiksvoorwerpen werden daar aangetroffen. De meeste van deze voorwerpen worden door archeologen geïnterpreteerd als offers. Daarnaast zijn er ook houten constructies ter versteviging van de oever aangetroffen. Deze dienden voor het maken van daloversteekjes en getuigen van economische activiteiten.

De westzijde van de es met begrenzende beplanting met het naastgelegen beekdal van de Ruiten Aa. Foto: Sandra de Regt

Bedreiging van de essen

Archeologen maken zich zorgen om het toenemende aantal vondsten van essen. Dat betekent dat het esdek inmiddels zo dun is geworden dat de ondergrond aangeploegd wordt. Het esdek is een vorm van ophoging die door de eeuwen heen is ontstaan door het aanbrengen van plaggen, doordrenkt met dierlijk mest. Sinds deze aanvoer van mest en mineralen tot het verleden behoort, neemt de hoeveelheid organisch stof in het esdek af. Opgraven van de bedreigde essen is niet altijd haalbaar. Daarom wordt er naar een andere manier gezocht om de essen te beschermen en hun historische ontstaanswijze niet te verliezen. Grond uit het beekdal kan opnieuw gebruikt worden om de essen een beschermende laag te geven. ■

Dit artikel werd in maart 2020 in Terra Westerwolda gepubliceerd (inclusief de bronnen).

Tijdschrift Terra Westerwolda

Terra Westerwolda is een uitgave van de Historische Vereniging Westerwolde, mede mogelijk gemaakt door het MOW in Bellingwolde. Het blad verschijnt drie keer per jaar. Voor slechts € 25,00 euro per jaar bent u lid-abonnee. Ook lid worden? Zie: www.verenigingwesterwolde.nl, of neem contact op met secretaris Kineke Kuper-Dijkmeijer, telefoon: 0599-313529, e-mail: secretaris-HVW@kpnmail.nl. Het tijdschrift is voor € 4,95 te koop bij diverse (boek)winkels in de regio. Het zomernummer verschijnt in juli 2020.

Reacties zijn gesloten.