Vuurtje stoken was in mijn jeugd voor mij en mijn kameraden een zeer geliefde bezigheid. We trokken meestal met een groepje jongens het veld in. En als we dan iets tegen kwamen, dat de moeite waard was om in brand te steken, dan deden we dat.
Nee, we staken geen waardevolle dingen in brand. Het was dus geen vandalisme.
Op zekere dat kwam ik met een paar kameraden bij Kasper van der T. Kasper was een wat zonderlinge figuur, waarvan wij ons wel eens afvroegen of hij zijn volle verstand wel had. Kasper woonde in een woning aan een zandweg, zo’n twee honderd meter van de harde weg.
Kasper was alleen thuis en we kwamen op het plan om vuurtje te gaan stoken. Maar we hadden geen lucifers. Kasper kon bij hem thuis ook geen lucifers vinden. Maar hij kwam op het lumineuze idee om een gloeiende eierkool uit de kachel mee te nemen in een pannetje.
Zo gezegd zo gedaan. Kasper pakte met een tang een eierkool uit de kachel en zocht naar een pannetje.
Op dat moment kwam zijn moeder thuis. Kasper raakte in paniek, want zijn moeder mocht van niets weten.
In zijn verbouwereerdheid stak hij de gloeiende eierkool in zijn broekzak…..!! Onmiddellijk daarop begon hij luidkeels te schreeuwen van de pijn. Hij brandde zijn lichaam aan die eierkool. De rook sloeg uit zijn broekzak… Zijn moeder zag het open deurtje van de kachel en begreep direct wat er aan de hand was. Ze pakte een beker water en gooide dat in Kasper zijn broekzak. Een wolkje stoom was het gevolg.
Daarna haalde zij de eierkool uit zijn broekzak en gooide deze weer in de kachel. Daarna bonjourde ze ons de deur uit….!!
Kasper heeft nog veel ellende beleefd aan die eierkool. Ze hebben de dokter er bij gehaald. Zijn onderbuik bleek ernstig verbrand. Daar is hij nog tijden zoet mee geweest.